Ook dit is Bundibugyo…
Ik ben deze week met Nele voor het werk naar het noorden van het district geweest en heb er een heel ander Bundibugyo ontdekt;
Ten eerste Ntoroko, een plaats waar we ook op onze eerste dag Bundibugyo zijn geweest, maar waar we nu een stukje meer van hebben gezien. Om Ntoroko te bereiken moet je door het indrukwekkende Semliki Game Reserve, een steppe-grasland-achtige open vlakte met antilopes, wrattenzijnen, bavianen en vogels in alle soorten kleuren. Ntoroko zelf ligt aan het grote Albertmeer en in feite een afgelegen vissersgemeenschap aan de oevers van het meer. Het strand ligt vol met vissersbootjes en er vliegen gigantische pelikanen overal op zoek naar eten. Ik had er wat langer willen blijven, maar het was tijd om verder te gaan naar…
Rwebisengo, een woestijnachtige streek met gigantische palmbomen en hier en daar grote hopen struiken. Het is er uiteraard heel warm, en de vergezichten zijn adembenemend. De grootste koeienpopulatie vindt je hier; magere beesten met gigantische horens. Ze blijven koppig op de baan staan, zelf al was de 4x4 maar enkele centimeters van hun gezicht verwijderd, geduld is een deugd, maar lachen deden we ook wel. Als Vincent al lachend aan een van de Ugandezen zegt dat ze alle koeien in Rwebisengo naar Bundibugyo town moeten brengen voordat ze met Nele kunnen trouwen, dan weten we wel na er te zijn geweest, wat voor een onmogelijke opdracht dat is!
Na Rwebisengo kwamen we in de meest onbewoonbare regio van het district; Rwangara. Rwangara is zo goed als volledig moerassig en daarom is het er enorm moeilijk om iets te bouwen en dus ook om er te leven. Je vindt er echter hier en daar een huis, en ook een hoop koeien. Het leek een beetje op de polders in Vlaanderen; uitgestrekt, af en toe een huis, winderig, meeuwachtige vogels, koeien… het is alleen een moeras, maar dat zie je niet direct. De mensen die hier wonen zijn vooral gevluchte Congolezen of Ugandese vissers.
Ons bezoek naar het noorden van het district heeft nog maar es bewezen hoe immens divers en indrukwekkend Bundibugyo is: Rwenzori bergen, groene open vlaktes, oerwouden, grasvlaktes, woestijnlandschappen, stranden, meren, moerassen, enz… allemaal op een heel klein stukje van Afrika… ons klein stukje paradijs ergens achteraan de wereld…
Ten eerste Ntoroko, een plaats waar we ook op onze eerste dag Bundibugyo zijn geweest, maar waar we nu een stukje meer van hebben gezien. Om Ntoroko te bereiken moet je door het indrukwekkende Semliki Game Reserve, een steppe-grasland-achtige open vlakte met antilopes, wrattenzijnen, bavianen en vogels in alle soorten kleuren. Ntoroko zelf ligt aan het grote Albertmeer en in feite een afgelegen vissersgemeenschap aan de oevers van het meer. Het strand ligt vol met vissersbootjes en er vliegen gigantische pelikanen overal op zoek naar eten. Ik had er wat langer willen blijven, maar het was tijd om verder te gaan naar…
Rwebisengo, een woestijnachtige streek met gigantische palmbomen en hier en daar grote hopen struiken. Het is er uiteraard heel warm, en de vergezichten zijn adembenemend. De grootste koeienpopulatie vindt je hier; magere beesten met gigantische horens. Ze blijven koppig op de baan staan, zelf al was de 4x4 maar enkele centimeters van hun gezicht verwijderd, geduld is een deugd, maar lachen deden we ook wel. Als Vincent al lachend aan een van de Ugandezen zegt dat ze alle koeien in Rwebisengo naar Bundibugyo town moeten brengen voordat ze met Nele kunnen trouwen, dan weten we wel na er te zijn geweest, wat voor een onmogelijke opdracht dat is!
Na Rwebisengo kwamen we in de meest onbewoonbare regio van het district; Rwangara. Rwangara is zo goed als volledig moerassig en daarom is het er enorm moeilijk om iets te bouwen en dus ook om er te leven. Je vindt er echter hier en daar een huis, en ook een hoop koeien. Het leek een beetje op de polders in Vlaanderen; uitgestrekt, af en toe een huis, winderig, meeuwachtige vogels, koeien… het is alleen een moeras, maar dat zie je niet direct. De mensen die hier wonen zijn vooral gevluchte Congolezen of Ugandese vissers.
Ons bezoek naar het noorden van het district heeft nog maar es bewezen hoe immens divers en indrukwekkend Bundibugyo is: Rwenzori bergen, groene open vlaktes, oerwouden, grasvlaktes, woestijnlandschappen, stranden, meren, moerassen, enz… allemaal op een heel klein stukje van Afrika… ons klein stukje paradijs ergens achteraan de wereld…
0 Comments:
Post a Comment
<< Home