Thursday, November 29, 2007

stroom- en thesisstress

Ik had bij het schrijven van mijn Village Health Team evaluatierapport 'health is made at home - a community empowerment program' al vaak het gevoel dat ik aan een thesis bezig was (lange dagen, nachten werken, stukken op tijd afkrijgen, stukken duizend keer herlezen, lay-outen en nog es lay-outen, enz), maar gisteren liep het een beetje de spuigaten uit. Ik moest de eerste publicatieversie van mijn rapport uitprinten en naar vijf mensen doorgeven voor commentaar en eventueel aanpassingen. Zoals bij thesissen gaat er dan vanalles mis, zoals bij mij:

Eerst wou ik mijn rapport gaan uitprinten in de kantoren van BIDP (BTC). Na twee pagina's bleek de print op te zijn en de verantwoordelijke om nieuwe inkt aan te vragen was er niet. Daarna hadden we stroom in ons kantoor en ging ik daar alles uitprinten, maar kwam er uit onze stabilisator een kleine vonk en was de stroom naar ons kantoor kapot. De stroom in Bundibugyo district loopt al enkele maanden op een vrij surrealistische (en misschien Ugandese) manier naar alle kantoren; via 1 generator, 1 centrale dominostekker, met verder zeker 5 verlengkabels en andere dominostekkers aan verbonden. Er is bijgevolg alleen stroom als de generator aan is, en alle verlengkabels werken (zeker voor de 'verst verbondene'). Die morgen viel net onze stabilisator stil (die je nodig hebt zodoende je computers en andere machines niet te beschadigen), dus ik samen met de BIDP loopjongen op zoek naar een nieuwe manier om stroom te voorzien, nieuwe verlengkabels OF een andere volgorde waarin de verlengkabels en stabilisator aan elkaar werden verbonden (niet lachen!). De uiteindelijke oplossing was twee nieuwe verlengkabels halen bij BIDP want onze stabilisator moest rechtstreeks aan de generator worden verbonden en onze andere verlengkabel was aan de knoppen. De nieuwe verlengkabels waren (uiteraard, onze vriend Murphy was er weer) niet lang genoeg, dus de oplossing was dat wij de vrijwilligers weer een nieuwe verlengkabel gingen aanschaffen. Ik in al mijn opgeborrelde frustratie reageerde niet echt positief door te weigeren weer ene te kopen die ze dan weer of konden confisceren of kapot konden maken! Ik ben dan maar met onze printer en laptop bij de eerste dominostekker gaan zitten om alles te gaan uitprinten. Godzijdank is de generator dan niet uitgevallen en heb ik mijn rapport bijna helemaal kunnen uitprinten. Ik had op tijd nog kunnen zien dat mijn paginanummering niet helemaal klopte, dus die heb ik dan ook in snel tempo aangepast. Als het hier nog es verkeerd ging gaan, dan gingen de vlammetjes echt uit mijn hoofd alle richtingen uitspringen...

Mijn thesis slash rapport is dus eindelijk aan zijn eerste publicatie toe, nu eerst bang afwachten wat de eerste reacties zijn...

Wednesday, November 28, 2007

They always find a way...

Afrikanen staan bekend om hun inventiviteit en daar hebben we dit jaar al een serieus staaltje van gezien. Brommers krijgen de meest bizarre bagage achteraan opgebonden: van dertig kippen, meterslange golfplaten en houtplanken, drie tot vijf mensen (kindjes van enkele weken inbegrepen) tot vijftig jerrycans, een autobumper of zelfs een andere brommer. Matatu’s zijn de lokale blikken vol sardienen en worden volgestopt met mensen, geiten, kippen, zakken vol groenten en meel, matrassen, enz. Trucks zijn volgeladen met een dubbel zo grote en soms zelfs driedubbel zo grote vracht, die wordt vastgebonden met touwen, kabels, zeilen, bananenbladeren, en ga zo maar door. Als er iets kapot gaat, zelfs al stroomt er duizend volt door, wordt het hersteld met touw, plakband, plastiek, … Je kunt het niet geloven of ze doen het wel op een of andere manier. Veiligheid, duurzaamheid en kwaliteit spelen niet echt een rol, dat vergeten we even…

Een andere merkwaardige vorm van inventiviteit en creativiteit is de manier hoe kinderen hun tijd bezigen. Onze kinderen worden overladen met speelgoed, muziek, video(game)s, zelfs gsm’s, kinderen in Bundibugyo maken een voetbal door plastiek zakken in een bolletje samen te plakken, gebruiken echte bakstenen om hun eigen huisje in elkaar te knutselen, maken van gevonden blikjes, papier en bananenbladeren meubeltjes en boetseren van klei kleine kunstwerkjes (zie foto).

Misschien blijven de volwassenen hier gewoon grote kinderen en nemen hun inventiviteit en roekeloosheid gewoon mee als ze een beetje ouder worden…

Tuesday, November 20, 2007

Nele's surprise B'day

Vorige week klein surprise-diner georganiseerd voor Nele's kwarteeuw plus één verjaardag, hier enkele fotootjes...


Onze grootste party-animal, letterlijk en figuurlijk, hij was niet in toom te houden ugandezen en blaasslingers, het was een uitdaging om het hen aan te leren, maar na wat oefening is het toch gelukt. Hier oefent Chris, de BIDP-boekhouder het uit op net binnen gekomen Nele (Jackie, Vincent's vriendin op de achtergrond)
Nele en de door Pieter geïmporteerde champagne, ze werd er ontzettend gelukkig (of zat) van...
het zal toch zat geweest zijn, of zat-gelukkig!

hier krijgt ze een glimmend goud tasje als kado, ah neen, het is weer alcohol, altaar-wijn, om onze zieltjes terug schoon te drinken, weg al die zonden!

en de overheerlijke taart niet te vergeten, die overheerlijk was voor twee drie dagen, m m mmmm...

Sunday, November 18, 2007

Bonny en Clyde op bezoek in Bundibugyo...

Het gebeurde twee weken geleden, op een zwaar regenachtige zaterdagavond in Bundibugyo ‘stad’… twee heel waarschijnlijk knappe vrouwelijke verschijningen lopen op de twee heel waarschijnlijk knappe stoere politiemannen af aan het Stanbic-filiaal, de enige bank in dit kleine mooie gehucht. Ze verrassen de twee mannen met een lekker lokaal bereide maaltijd en een thermoskan koffie. Na wat gebabbel, versier, geflirt en het uitwisselen van de nodige telefoonnummers zijn de twee vrouwen er weer vandoor gegaan. Een uur later komen de laatste mensen hun portie weekgeld afhalen aan de bankautomaat en zien de mannen nog schoon op hun stoel zitten te ‘bewaken’. Nog een paar uur later dommelen de flikken als een rots in slaap, ondanks de gratis koffie, maar dankzij het slaapmiddel in diezelfde koffie. Midden in de nacht, rond twee uur, wordt er niet zachtjes maar hard op het zijraam van de bank gebeukt. Scherven brengen deze keer echt geluk, het zijraam raakte snel kapot en de drie tot vier man kropen gemakkelijk het gebouw binnen, zonder dat iemand ook maar iets heeft gemerkt. Vlug even doorgelopen naar de achterkamers, de sleutel tot de kluis - die blijkbaar zomaar in het midden van de tafel als het ware klaar lag - even mee graaien en met de ganse inhoud van diezelfde kluis de bank uitgerend. Onderweg nog wat miljoentjes laten slingeren (of efkes een paar miljoen spijt en berouw gevoeld) en vliegensvlug Bundi uit! Het moeten voor de lokale Bonny’s en Clyde’s de twee meest spannende en bange uren geweest zijn door de bergen, via de enige hobbelende en schommelende weg die je uit dit stuk Oeganda kan brengen. Het is hen uiteindelijk allemaal gelukt; de bewakers verdoven (op een, zeg zelf, heel simpele maar slimme manier), binnen breken zonder veel aandacht en lawaai en maar liefst 1,2 miljoen Oegandese shilling (of bijna 500 000 euro) als zakgeld meenemen. Chapeau!

Wat waren de gevolgen van deze spectaculaire actie?
Het geld waarmee de cacao ging worden opgekocht van de boeren was foetsjie, zo goed als het ganse personeel van Stanbic werd opgepakt (sleutel op de tafel was verdacht, men is blijkbaar ook te weten gekomen dat er net dan zoveel geld in de bank lag, en het was ook al niet de eerste keer dat er iets niet snor was in de bank, er had namelijk een van de bedienden enkele maanden geleden systematisch geld van klanten hun rekening afgehaald), dat personeel werd de maandag meteen vervangen door nieuw personeel vers ingevoerd uit Kampala, auto’s en (volgeladen) vrachtwagens die uit Bundi reden werden allemaal gecontroleerd door politie en leger (maar zoals een van de officieren hier op het district heel toepasselijk zei, een post-mortem controle dus) en Bundibugyo werd plots ietske bekender in het land!

Maandagmiddag was de bank weer in volle operatie, en konden de boeren weer allemaal betaald worden voor hun cacao, dankzij een snelle (re)actie van Stanbic. Wijzelf waren alledrie niet in Bundi; ik ben pas de zondagavond aangekomen, Pieter en Nele een goeie week later dus ons kunnen ze alvast niet beschuldigen :-)

Monday, November 12, 2007

Met de Lijn door Oeganda...

2 november 2007

Woensdag had ik het weer zitten, ik ging van Bundibugyo naar Kampala en zou me weer verplaatsen met het openbaar vervoer meer bepaald met een brullende hotsende bus zes uur onderweg. Ik was al heel content dat ik de dag ervoor met de 4x4 van mijn coach meekon tot in Fort Portal en de twee uren rit door de Rwenzori-bergen, zwierend van voor naar achter, van links naar rechts, van boven naar onder, langs diepe ravijnen, en door niet zo kleine modderplassen, al niet moest doen. Dat stuk kon ik dus al schrappen, de andere vier uur heb ik gistermorgen aangevangen. Het waren niet dé langste, maar toch wel een van de lange vier uren van mijn leven!

Voor ik op zo’n gammele en niet te vergeten behoorlijk overvolle bus stap, moet ik wel wat voorzorgen nemen.
– Ten eerste niet te veel slapen zodat ik op de bus gerust een uur of twee in slaap kan dommelen, om dan telkens om de kwartier wakker gebotst te worden.
– Ten tweede, en zeker niet te onderschatten, mag ik die morgen en bij mij zelfs de avond ervoor zeker niet teveel hebben gedronken, en al zeker geen liters bier in mijn keel gekapt hebben, want anders moet je teveel naar het toilet en dat wil je best ook vermijden. De bus stopt welgeteld één keer, en dat is na twee uur, en dan moet je je door de bus worstelen om snel te heen en weer te kunnen hossen. Ik heb het ooit es gewaagd om de chauffeur vriendelijk te vragen te stoppen (toen zat ik ook vooraan, wat zeker ook een stuk handiger is), en dan werd ie op ei zo na niet woedend. Toen hij uiteindelijk stil stond, sprongen er samen met mij wel een twintigtal oegandezen mee het gras in voor een kleine of grote plas, maar dat durfde ik hem natuurlijk niet meer de neus in te wrijven, dus hield ik mij gedeisd.
– Een laatste voorzorg is vooraf alles uit je zak te nemen wat je zou kunnen gebruiken op je paar vierkante centimeter zitplaats (boek, water, mp3), en zeker een niet te grote zak mee te hebben of je kunt hem nergens kwijt, of het is tussen de geiten en de zakken groenten en fruit in de koffer.

Al deze voorzorgen zo goed mogelijk in acht genomen, wandelde ik de bus van iets voor acht op, en zag dat er voor mij nog net een plaatsje over was. Ik wriemelde me tot helemaal achteraan en wriemelde me nog es tussen enkele goed gezette oegandese vrouwen op mijn plaats. Rechts iemand die nooit een lach op haar gezicht zou kunnen toveren, links een vrouw – levensgevaarlijk – met een kindje op haar rug gebonden en een iets ouder meisje op haar schoot gezeten, en dan nog eens onder me een met de poten vastgebonden losliggende kip en een haan eveneens geknoopt aan de poten in een halfopen doos gestopt. Probeer het je in te beelden, het beloofde een comfortabele gezellige rit te worden. Gelukkig stond er voor mij een nogal knappe oegandees z’n evenwicht proberen te bewaren, wat de ganse zaak zeker een beetje kon verlichten, alé, toch voor een uur.

De bus raasde er stipt om acht uur letterlijk van door, remde hier en daar behoorlijk bruusk, en reed zeker niet te traag over de vele verkeersdrempels of ‘sleeping policemen’, her en der over de baan gebricoleerd. Om de twintig minuten stopte ie uiteraard om een of twee mensen af te zetten en er hetzelfde aantal of zelfs meer terug in te proppen. Na een tweetal uur belanden we op de enige deftige (dat wil zeggen een tiental minuten) tussenstop, met de naam Mubende. Alle raampjes vliegen open, en de geurende vleesbrochetten (muchomo), chappati’s, samosa’s en geroosterde bananen (gonja) worden sneller dan het licht gekocht maar ietske minder sneller dan het licht opgegeten. De geuren die zich dan durven vermengen met de niet meer zo aangenaame warmte en de drukte zorgden alweer voor een nieuwe uitdaging. Ik probeer me er altijd zo weinig mogelijk op te concentreren, anders word ik echt wel slecht, en als je niet aan de kant zit, wil je je buren zeker niet onderkotsen of je durft nog buiten te vliegen ook. Met de blaas nog steeds in orde (ik had me goed voorbereid!) raasden we er opnieuw van door. De kip onder mijn zetel was ondertussen al af en toe tegen mijn voeten geschoven en begon zowaar in mijn hiel te pikken, which is nice, very nice! Na een halfuur was mijnheer de vegetariër en dierenvriend het echt wel beu en kreeg de kip een lichte schop, tien minuten later een nog serieuzere schop. Ik heb er de rest van de reis niks meer van vernomen (wees gerust, hij leefde nog), maar helemaal was ik van de kipperij niet van af toen plots de andere haan uit zijn doos probeerde te springen. De stoere Oegandees voor me heeft me heldhaftig gered en de haan terug in zijn doos gestopt. Ik was duidelijk niet op mijn gemak (van de kippen é), want de meerderheid Oegandezen zat weer mooi met me te lachen. Gênant, opnieuw!

Toen we nog een uur voor de boeg hadden, en ik ondertussen al zeker honderdvijftig pagina’s van mijn boek had gelezen, stopte de bus weeral. Er was aan de overkant een brommer geraakt door een matatu, en natuurlijk moest onze buschauffeur weer even gaan mee babbelen, naast de reeds tien man die er al rond stonden zich af te vragen wat ze waarschijnlijk voor nieuws konden vernemen. Gelukkig besefte de chauffeur snel dat ie beter kon vertrekken, en waren we er weer schoon vandoor.

Nog de overbekende hete (37 gr) Kampala-files door, en ik kwam na iets meer dan vier uur moe en bezweet aan in Kampala!! Een rit om nooit te vergeten zou je zeggen, maar neen, een rit zoals de zovele andere die we al ondernomen hebben en nog zulllen ondernemen. Zondagmorgen heb ik weer eentje voor de boeg, maar het worden de volle zes uur deze keer… jipskiedeihoplihei… inderdaad, je wordt er goe zot van, en dat zijn we ook!!!

Friday, November 02, 2007

Werkvooruitzichten...

Dit jaar beloofd voor mij persoonlijk een druk jaar te worden. De leren kennen of met een geleerd woord ‘research’-fase moeten we dit jaar niet meer doorlopen, we zijn alles al een beetje gewoon en kennen het district van Bundibugyo al redelijk goed, dus kunnen we direct van start gaan en zeker een stuk meer aan dan vorig jaar. Om jullie es allemaal tegelijk antwoord te geven op de vraag ‘waar ben je nu al mee bezig, wat doe je daar?’, hier een korte en lange uitleg.
Rond deze drie onderwerpen zal ik dit jaar werken: basisgezondheidszorg of Village Health Teams, kinderbescherming en politieke decentralisatie. In het algemeen ben ik voor alledrie bezig met projectplanning, -implementatie en –evaluatie. Een beetje specifieker ziet het er zo uit:

Voor basisgezondheidszorg:
Oftewel het VHT-programma. Vorig jaar assisteerde ik met de implementatie van de verschillende activiteiten en heb ik hierna een evaluatierapport daarover moeten schrijven. Momenteel ben ik nog steeds bezig aan het rapport dat langer is geworden dan verwacht. Na dit rapport is het de bedoeling om een nieuwe implementatie te plannen voor andere sub counties in Bundibugyo, rekening houdend met de dingen die vorig jaar verkeerd gelopen zijn en die via een reeks aanbevelingen duidelijk in het rapport aan bod komen. Verder moet ik de monitoring en mentoring van de huidige VHTs begeleiden op een gelijkaardige manier als ik zal assisteren bij de nieuwe planning. Mijn specifieke rol is dus de capaciteit van het district team verantwoordelijk voor VHTs te helpen verbeteren in (financiële en logistieke) planning, monitoring, communicatie, enz… opdat ze het volgende VHT programma alleen zouden kunnen implementeren zonder dezelfde fouten als vorig jaar te maken.
Een tweede deel bestaat uit een ander evaluatierapport, maar dan binnen een jaar, tegen september ongeveer, een soort van deel twee na het huidige rapport. Hierin moet ik de mogelijke resultaten en vooral de impact van het programma proberen te evalueren.

Voor kinderbescherming:
Vorig jaar heb ik samen met iemand het child protection programma ontworpen en de planning uitgevoerd. Ondertussen zijn bijna alle activiteiten geïmplementeerd en kunnen we hier ook focussen op de duurzaamheid van de gecreëerde structuren. Mijn rol hierin is veel beperkter dan in het VHT programma in die zin dat ik alles gewoon moet opvolgen en niet zozeer begeleiden. Mijn taak rond kinderbescherming zal zich volgend jaar toespitsen op de ontwikkeling van een gelijkaardige community empowerment aanpak als bij de VHTs, rekening houdend en in lijn met de lokale, nationale en internationale wetgeving rond kinderrechten.

Voor politieke decentralisatie:
Vorig jaar is er een workshop rond good governance georganiseerd voor lokale politici. Mijn taak zal zijn om die workshop te evalueren en te zien wat er als resultaat is uitgekomen. In die context moet ik ook uitzoeken welke werkinstrumenten de districtregering volgens het nationaal beleid tot zijn beschikking heeft, haalbaar zijn in de realiteit en kunnen bijdragen tot een efficiëntere en democratische regering voor de mensen in Bundibugyo.

Het ziet er allemaal veel uit, en terecht, dat is het ook. We gaan zien hoe het allemaal uitdraait, maar met drukke agenda’s heb ik nooit een probleem gehad, en zeker hier zorgt dat ervoor dat je continu bezig bent en niet te veel nadenkt, en dat kan in Bundi soms wel es enorm handig zijn!