Friday, March 23, 2007

Open brief aan Miguel en Pieter:

Geachte ambtsbroeder,

Lieve Miguel,
Lieve Pieter,

naar aanleiding van de driemaandelijke evaluatie-ijver (6 pagina’s, astemblieft!) van onzer aller BTC headquarters Brussels, en mede omdat ik nu eenmaal de enig “Monitoring and Evaluation”-specialist-in-spe op het District ben, heb ik besloten mijn Bundibugyo-companen ook driemaandelijks te evalueren. Naar mijn bescheiden mening is dat een noodzakelijk kwaad aangezien jullie in hetzelfde bad baden (in dezelfde pot sch*ten), de stoelen aan dezelfde tafel vullen en het eten uit dezelfde pot verorberen. Daarenboven ben ik degene die af en toe in de steek is gelaten door de één van jullie beiden, om dan met de ander voor een hele periode alleen opgezadeld te zitten. Zo liet Pieter me alleen met Miguel terwijl hij in Fort Portal zat, liet Miguel me alleen met Pieter terwijl hij in België zat, liet hij me een tweede maal alleen met Pieter terwijl hij in Kampala zat, en liet Pieter me alleen met Miguel terwijl hij in Fort Portal rondtrok. Qua verraad kan dat tellen.

(En waag het niet te zeggen dat de ander jullie met mij in de steek liet! Want dat is niet waar. Ik ontken alles. Daarenboven bak ik lekkere taartjes en iedere vorm van protest zal in de kiem gesmoord worden door een zitstaking in de keuken)

Aan de hand van voorgaande reeks (al dan niet loze) argumenten, brengt ons dit tot een consensus waarin we gezamenlijk besluiten dat ik alle recht heb jullie te evalueren. Neh.

Als ik terugkijk op voorgaande maanden, kan ik zeggen dat ik relatief tevreden ben.

(Of zoals het cabaretgezelschap “Ter bescherming van jeugd” het zou verkondigen: “Ondanks jullie marginale afkomst, kan ik jullie bestaan nog relatief tolereren”)

Pieter maakt verdorie goede lasagna (en anderen boef), en hoewel dat de lijn niet ten goede komt, kan ik daar best wel mee te leven. En Miguel is verdorie grappig (vooral met harken), waardoor ik de door Pieter aangekomen vetrolletjes er weer kan aflachen. Ik kan dus besluiten dat de minpunten van de ene weer rechtgetrokken worden door de pluspunten van de ander. Dus qua aanvullen van elkanders gebreken, zodat de uiteindelijke last van julie aanwezigheid tot een minimum wordt beperkt: 8,5/10.

(In het algemeen voldoen beiden qua humor en kookkunsten aan mijn eisen, dus aangezien ik daar geen klagen over heb, kan ik geen van beiden daarop buizen)

Miguel laat me zonder morren in zijn plaats beslissen dat ik die nacht bij hem in zijn bed slaap, omdat ik mijn bed aan andere behoeftigden afsta. Wat een mooie eigenschap is, natuurlijk. Zeker als ik diezelfde nacht hem nog een paar stampen verkoop omdat ik me in de donker niet kan oriënteren, en op de tast op zoek ga naar herkenningspunten (Miguel dus).

Pieter laat hem zonder morren aankleden in keukenshorten met bijzonder modieuze Afrikaanse motieven, wat ook een mooie eigenschap is natuurlijk. Miguel en ik hebben nu al de voorpret van het volgende ‘cadeau’, waarbij we hem een WC-borstel en javel in de handen duwen.
Hieruit kan ik dus besluiten dat beiden zonder morren ingaan op mijn grillen. Dat opent perspectieven voor de toekomst en dat verdient dus een mooie 9/10.

Een andere eigenschap van beiden waar ik best wel tevreden van ben is jullie olifantenhuid (sjanse niet de olifantenfaeces). Beiden verdragen mijn mierenneukerij, muggenzifterij, ongevraagde kritiek op pieteluttigheden, gebrek aan blad voor de mond en ‘recht voor de raap’ – mening nog altijd. Voorlopig werd jullie kookpunt nog niet bereikt en werd een subtiele hint in de zin van “ Nele, houd uwen bek!” nog niet geuit. Proficiat daarvoor, en daarom een mooie 9,5/10 voor olifantenhuid.

Een laatste eigenschap die een mooie evaluatie waard is, is jullie naïviteit. Jullie hebben de laatste tijd wel gemerkt dat onze gezamelijke pot snel slinkt en dat (vooral Miguel) jullie nogal vaak moeten bijtanken bij de bank. Geen van beiden merkten echter dat ik eigenlijk met een serieus alcohol probleem kamp, en dat het gros van onze gezamenlijk pot naar Waragi en Vee gaat… Ach, die kinderlijke onschuld…

En nu even zonder zeveren… ik weet dat ik ‘uit mijn hum’ kan zijn en dat ik mopperend en sakkerend door het huis kan trekken, vloekend op slecht sluitende deuren, traag kokend water en gasvuren die mijn vingers keer op keer verbranden. Ik weet ook dat ik soms nogal hard mijn mening kan verkondigen. Ik wenste dat jullie ook af en toe een ‘schup onder ulle gat’ verdienen, maar helaas kan ik geen enkele reden bedenken waarom ik jullie een schup zou verkopen. Ondanks het feit dat we elkaar niet kenden voor we het jaar in de brousse aanvatten, zijn we na drie maand nog steeds maatjes zonder één hard woord te laten vallen.

Een harde conclusie na drie maanden moet vallen. We kunnen er niet onderuit. Mannen … ik zien ulle gere!

(Anthony, Johan en andere niet nader te noemen bevalligheden; geen nood, dit is louter op vriendschappelijke basis)

Yours sincerely,

Nele

Huisgenoot,
Reiscompaan,
Patissier,
Ambtsbroeder,
Tijdelijke Bundibugyaan

0 Comments:

Post a Comment

<< Home