Mijn eerste rondje Bundi-joggen
Pieter zat me natuurlijk al uit te lachen voor ik vertrok, maar gelukkig sprak Nele me de nodige strenge moedige woorden in en kon ik mij op de hoofdstraat of ‘highway’ van Bundi sleuren. Mijn bedoeling was om traag op gang te komen zodoende genoeg energie over te houden voor de moeilijkere stukken en de terugweg, maar de tientallen starende ogen die aanvoelden als duizenden deden me toch een stukje sneller gaan. Het was serieus wennen om hier te lopen. De wegen liggen vol stenen, klein en groot, herbergen serieuze geulen en zijn een stuk steiler dan in het platte België. Sporadisch moet je een kind, een bodadriver, een kip of een geit ontwijken en de hitte zorgt al snel dat je met een rood en bezweet gezicht aan het joggen bent. Het uitzicht is natuurlijk magnifiek, niet te vergelijken met het strakke en eentonige zicht aan de Blaarmeersen, maar helaas moet je je ogen meestal toch op de weg gericht houden anders riskeer je een paar schaafwonden, een bloedneus of een ontwrichte knie.
Al bij al is mijn eerste loopervaring vrij goed gegaan. Ik ben niet zo ver geraakt als onze sportfreaks Nele en Pieter, maar het stuk dat ik kon lopen vond ik toch al een vree goed begin, net niet voor de berg dus. De terugloop ging ook vrij goed, met op het einde een mooie sprint. Ik heb Nele wel serieus doen puf lopen op het einde – ze wou natuurlijk niet onderdoen – maar dat doe ik meestal wel, een kleine sprint of een versnelde stap op het einde. Allebei kwamen we puffend aan, bloedrood, maar tevreden… wat een mens nu eenmaal bezielt om zichzelf zo af te peigeren, tja, kweenie precies, maar ik had er wel voldoening van of was het van Pieter te kunnen bewijzen dat ik het toch kon? :-)
0 Comments:
Post a Comment
<< Home